Polylijnen tekenen

Gereedschap

Gereedschappenset

Sneltoets

Polylijn

Basisgereedschappen

5

Met het gereedschap Polylijn creëer je open of gesloten polylijnen. Polylijnen zijn een verbonden reeks van curven en lijnen die als één geheel worden beschouwd.

Polylijnen kunnen bestaan uit een combinatie van verschillende types controlepunten. Je kan tijdens het tekenen van een polylijn het type controlepunt veranderen door een andere methode te selecteren (of door van methode te veranderen met de sneltoets U; zie Speciale sneltoetsen bewerken). Wanneer je de methode Hoek gebruikt, kan je tijdelijk wisselen naar Bézier door de muisknop ingedrukt te houden. Druk op de backspace-toets om het laatst getekende controlepunt te verwijderen.

Je kan de hoeken van polylijnen afronden met de commando’s in het menu Bewerk > Afronding (zie Smoothing objects). Via het Kenmerkenpalet kan je bovendien pijlpunten toevoegen (zie Pijlpunten). In een 3D-aanzicht is ook de methode Extrudeer beschikbaar. Hiermee kan je een polygoon extruderen onmiddellijk nadat je de ruimtelijke vorm getekend hebt.

Methode

Omschrijving

Hoek

Selecteer deze methode om de polylijn te tekenen met rechte zijden en controlepunten van het type Hoek. De controlepunten zijn van het type ‘Hoek’.

Bézier

Selecteer deze methode om volgens Béziercurven te tekenen. Deze curven raken de controlepunten van de polylijn niet, maar worden er eerder naar toe ‘geduwd’. De controlepunten zijn van het type ‘Bézier’.

Kubisch

Kies deze methode om een kubische polylijn te tekenen waarbij de curve door de controlepunten gaan. De controlepunten zijn van het type ‘Kubisch’.

Tangentiële boog

Kies deze methode om een polylijn met opeenvolgende tangentiële bogen te tekenen. Elke nieuwe boog is een tangens van de vorige boog van de polylijn (zie Grijpen naar tangentiële punten (alleen 2D)). De controlepunten zijn van het type ‘Boog d.m.v. straal’.

Schakel Grijp naar hoek in op het Restrictiepalet en gebruik de aanwijzingen van de intelligente aanwijzer om nauwkeurig een tangentiële boog te tekenen.

Boog d.m.v. drie punten

Kies deze methode om een polylijn te tekenen aan de hand van drie referentiepunten: het beginpunt, een punt op de boog en het eindpunt. Dit is handig bij het overtekenen van bestaande bogen. De controlepunten zijn van het type ‘Boog d.m.v. straal’.

Boog

Selecteer deze methode om de curve volgens bogen met een bepaalde afrondingsstraal te tekenen. Klik op de knop Instellingen om de straal van de afronding op te geven. De controlepunten zijn van het type ‘Boog’.

Extrudeer

(alleen voor 3D-aanzichten)

Als deze functie geactiveerd is, kan je de polylijn extruderen onmiddellijk nadat je de ruimtelijke vorm getekend hebt (zie 2D-objecten extruderen tijdens de aanmaak).

Extrudeer/Combineer

(submethode van Extrudeer)

Wanneer de vorm die je wilt extruderen op het oppervlak van een volume getekend is, worden de twee objecten tot één enkele “Samenvoeging volumes” of “Uitsnijding volumes” gecombineerd. Indien deze submethode uitgeschakeld is, wordt de nieuwe extrusie als een apart object gecreëerd en blijft het bestaande volume onveranderd.

Instellingen

Hiermee open je het dialoogvenster ‘Afronden’. Stel hier de straal in voor het afronden van controlepunten van het type Boog.

Om een polylijn te creëren:

Activeer het gereedschap en de methode.

Klik om het beginpunt van de polylijn te bepalen. Als je de methode Kubisch gebruikt, klik je nogmaals om een punt op de boog te bepalen.

Klik om het segment te beëindigen. Dit punt is tevens het beginpunt van het volgende segment.

polyline2.png 

Herhaal deze stappen om segmenten te creëren tot de polylijn volledig is.

Om een gesloten polylijn te creëren, klik je bij het laatste segment op het beginpunt (zodat het beginpunt van het eerste segment en het eindpunt van het laatste segment samenvallen). Wil je een open polylijn creëren, dan dubbelklik je om het eindpunt te bepalen.

Je kan de resterende afstand tussen begin- en eindpunt ook automatisch sluiten met een segment door de sneltoets in te drukken. Met deze sneltoets kan je ook het pad sluiten van objecten zoals verhardingen en ruimtes, die je door middel van een polylijnmethode kunt tekenen. Zie Speciale sneltoetsen bewerken om deze sneltoets te wijzigen.

Om een netwerk van polylijnsegmenten automatisch te sluiten door middel van twee segmenten in een rechte hoek, beweeg je de cursor in de richting van het voorlaatste klikpunt en druk je de sneltoets in terwijl je klikt. Vectorworks berekent de juiste uitlijning en positie om de twee laatste polylijnsegmenten in een hoek van 90° te plaatsen en het netwerk te sluiten.

Dit resulteert in een open of gesloten polylijn met een vulling. Indien gewenst kan je de vulling verwijderen via het Kenmerkenpalet zodat de objecten achter de polylijn zichtbaar zijn.

Shapes101105.png 

Gebruik het gereedschap Vervorm object of de parameters in het Infopalet om de vorm of controlepunten van polylijnen te bewerken (zie Controlepunten van objecten aanpassen). Je kan de hoeken van polylijnen afronden met de commando’s in het menu Bewerk > Afronding (zieObjecten afvlakken). Via het Kenmerkenpalet kan je bovendien pijlpunten toevoegen (zie Pijlpunten).

Een gesloten polygoon kan, wanneer geëxtrudeerd met het commando Model > Extrusie, een vulling of textuur krijgen. Hierdoor ziet het object eruit als een volume. Een geëxtrudeerde open polylijn wordt niet gerenderd als een volume. Om een polylijn te sluiten voordat je deze extrudeert, selecteer je de polylijn en vink je in het Infopalet de optie Gesloten aan.

Objecten vervormen

Controlepunten van objecten aanpassen

Geëxtrudeerde objecten en primitieve volumes vervormen

Polygonen en polylijnen sluiten en openen

Objecten afvlakken

Vrije hand polylijn

Polygonen en polylijnen vereenvoudigen

De richting van objecten tonen en omkeren

Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.